
Spreekwoorden: (1914)
Het heer(tje) zijn,d.w.z. zich een heer, zich voornaam gevoelen; in zijn schik zijn, er uit zijn; in de 17<sup>de<-sup> eeuw ook, evenals thans, het ventje zijn (Jord. 191); in Antwerpen vent zijn in den zin van zich trotsch en verwaand toonen. In den zin van pronker komt ‘heertje&...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Het heer(tje) zijn,d.w.z. zich een heer, zich voornaam gevoelen; in zijn schik zijn, er uit zijn; in de 17<sup>de<-sup> eeuw ook, evenals thans, het ventje zijn (Jord. 191); in Antwerpen vent zijn in den zin van zich trotsch en verwaand toonen. In den zin van pronker komt ‘heertje&...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.